Favoriete pronkstukken van onze vrijwilligers
Van 19 t/m 25 april is het Nationale Museumweek in Nederland, en natuurlijk ook in de Musea Zutphen. Helaas kun je onze musea niet fysiek bezoeken. Maar we delen graag ons ‘echte goud’, onze pronkstukken, online met jullie! We vroegen een aantal van onze vrijwilligers hun favoriete pronkstuk uit te kiezen.
Pronkstukken
Het pronkstuk van het Stedelijk Museum Zutphen is het Strooibusje in de vorm van een vogel, van zilver en gemaakt door Hollandia. Museum Henriette Polak kiest voor Het landschap – groen (2009), een aquarel van Henri de Haas. Benieuwd naar wat deze werken met vrijheid te maken hebben? Lees er meer over op de pagina over de Museumweek. Naast deze pronkstukken zijn er heel veel prachtige collectiestukken te vinden in de collecties van beide musea. Een aantal van onze vrijwilligers delen deze week hun favoriete werken en vertellen waarom juist dít een favoriet is.
Favoriet pronkstuk van Nicole Pisuisse:
Jeanne Bieruma Oosting, De Woerd, 1990
, collectie Museum Henriette Polak
Nicole Pisuisse is gastvrouw bij de Musea Zutphne. Ze koos een van haar favorieten uit de collectie van Museum Henriette Polak en vertelt waarom juist dit werk haar aanspreekt.
‘Als liefhebber van zowel aquarel als grafisch werk, raakt mij vooral het werk van Jeanne Bieruma Oosting. Zij werkte met name met deze twee technieken. Haar rake en natuurgetrouwe tekeningen werkte zij uit tot sfeervolle, vaak fantasievolle afbeeldingen. Er moet ergens bij mij thuis een van haar boeken staan, in de museumwinkel gekocht, en toevallig, nu ik zo met haar bezig ben, vind ik een al weer vergeten ansichtkaart bovenop de kast van het werk ‘De krekel en de mier’. Grasduinend in het digitale depot van de Musea Zutphen komt er nog meer werk van haar tevoorschijn. En ja, als ik een pronkstuk moet kiezen… wordt het toch weer grafisch werk. ‘De Woerd’ is echt prachtig in al zijn eenvoud, strakke lijnen en sprekende kleuren!’
‘Mijn liefde voor grafiek is gewekt door de grafische interieurs van Wendelien Schönfeld in het voormalige pand van Museum Henriëtte Polak, waar ik diverse jaren als gastvrouw op zaterdag werkte. Die liefde groeide toen ik zelf wat pogingen ondernam met linoleum, guts, inkt, papier en drukpers. Wat was het een heerlijk jaar toen ik, hier in Zutphen, in het sfeervolle atelier van kunstenares en graficus Nelleke Wiersma les kreeg! Nelleke is, helaas, onlangs (2019) overleden. ‘De Woerd’… ik zou hem zó bij mij thuis een plekje aan de muur willen geven! Wie weet kom ik nog eens een afdruk tegen op een veiling, waar volgens mij nog regelmatig werk van Jeanne Bieruma Oosting opduikt. Of toch zélf maar weer aan de slag, maar dan thuis. Met linoleum, guts, inkt, papier en het notaris-drukpersje dat boven op mijn werkkamer staat te wachten.’
Favoriet pronkstuk van Henk van der Molen:
Portret van Robert Jasper Baron van der Capellen, collectie Stedelijk Museum Zutphen
Henk van der Molen is vrijwilliger en rondleider. Hij vertelt over zijn favoriet uit de collectie van Stedelijk Museum Zutphen.
‘Het portret geeft een beeld van Robert Jasper in 1777. Hij is dan 34 jaar. Hij was een kind uit een zeer rijke familie uit Eefde, die ook in Zutphen veel te vertellen had. De familie had een goede band met de Oranjes in de toenmalige wereld van oligarchen en vriendjespolitiek. Robert Jasper kocht het (niet meer bestaande) kasteel in de Mars. Het is hier te zien op de achtergrond van het portret . Hiermee werd hij lid van de Ridderschap , met alle privileges die daar bij hoorden. Toch sloot Robert Jasper zich aan bij de patriotten die meer invloed van de gewone burgers wilden. Hij werd een van de leiders, deels vanuit zijn kasteel de Engelenburg in Brummen.’
‘De patriotten hadden in de tweede helft van de achttiende eeuw veel succes , maar de Duitse echtgenote van de stadhouder riep de hulp in van haar broer, de koning van Pruisen. Dat Duitse leger versloeg de patriotten en de Oranjes kwamen terug. Robert Jasper vluchtte met zijn gezin naar het buitenland en werd asielzoeker in Frankrijk. Na de Franse revolutie en de Franse bezetting van Nederland in 1795 kwam de familie uiteindelijk weer terug in Nederland . Wel een stuk armer en ouder en minder gezond en met veel zorgen over de kinderen. Helaas moest Robert Jasper in zijn laatste levensjaar ook nog meemaken dat de Oranjes weer terug kwamen. In 1814 sterft hij, zijn graf werd geheimgehouden. Hij was niet bij iedereen populair en zijn familie had al eens meegemaakt dat het familiegraf werd verwoest. Wat treft mij in dit verhaal, dit portret ? De menselijke kant, dat je een andere weg kunt inslaan. De politieke kant, het patriottisme en dat het is weggemoffeld.’
Favoriet pronkstuk van Frans Verheijen:
Gerrit Bolhuis, De Bokkerijder, 1957
, collectie Museum Henriette Polak
Frans Verheijen is vrijwilliger, rondleider en gastheer. Hij koos zijn favoriet uit de collectie van Museum Henriette Polak uitgekozen en vertelt waarom juist dit werk hem aanspreekt.
‘In Museum Henriëtte Polak staat in de grote zaal een klein bronsje opgesteld, waar menig bezoeker misschien nogal achteloos aan voorbij zal lopen: ‘De Bokkerijder’ van Gerrit Bolhuis. Een bescheiden beeldje met een uitstraling die je wel verlegen kunt noemen. Statisch en inderdaad niet erg opvallend. Zeker in vergelijking met de dynamische schaatsenrijder van Piet Esser ernaast. Tóch is het een stukje vakwerk van de bovenste plank.’
‘Enigszins impressionistisch geboetseerd, met een treffend gevoel voor vorm en karakteristiek, het detail ondergeschikt gemaakt aan het totaal maar subtiel aanwezig. De smal sporende bok met zijn volumineuze grasbuik en kapstokachtige ruggegraat. Een pezige sterkte die met ogenschijnlijk gemak de nogal sullige mens draagt. “Voetjes van de grond, want zitten kost minder energie dan lopen”, lijkt deze tevreden te denken.’
‘Het is een beeldje dat uitnodigt om er omheen te lopen. Dan komt het contrast tussen staan en hangen, bol en plat pas goed tot uiting. Het is eigenlijk een heel intiem beeld, dat zich in de huiskamer wellicht beter op zijn gemak zou voelen dan in het museum. Dat geldt voor veel werken uit dezelfde periode. Niet het maken van spectaculaire kunst lijkt het doel, de werken zijn eerder een logisch gevolg van het ontdekken van de verschijningsvorm van de ons omringende wereld. Daarbij is waarneming weliswaar het uitgangspunt, maar evenzo onderzoek van het gekozen materiaal, en mogelijkheden en grenzen hiervan. Deze combinatie maakt kunst uit deze tijd voor mij zo spannend, maar ook zo toegankelijk. Volgens mij heeft dit beeld eigenlijk geen uitleg nodig. Of het zou moeten zijn om de argeloze voorbijganger even stil te laten staan…’
Favoriet pronkstuk van Brigitte Janssen:
Arie Schippers, Catherina de Grote, 2006, collectie Museum Henriette Polak
Brigitte Janssen is museumdocent. Zij koos haar favoriet uit de collectie van Museum Henriette Polak uitgekozen en vertelt waarom juist dit werk haar aanspreekt.
‘De eerste keer dat ik haar zag, schrok ik. “Wat is ze lelijk”, dacht ik, en liep door. Later ging ik nog even bij haar langs, omdat ik tóch geraakt was. Ik wilde haar leren kennen. Ik ging voor haar staan en nam de tijd. Al snel verdween het idee van lelijkheid en ging ik op onderzoek. Met mijn ogen en mijn hart. Ik zag een massief beeld, robuust, een vrouw waar niet mee te spotten viel. En al helemaal niet een vrouw om aan voorbij te gaan. Ik moest kijken, ontdekken wat ik zag.
Moegestreden? Oud? Doorleefd verdriet wat maar bleef zeuren in haar binnenste? Fier, waardig en sterk? Er overviel me een gevoel van mistroostigheid. Daar stond ze dan, ooit in haar glorie van haar leven; bemind en veracht. Weemoed komt op, ook mededogen. Want hoewel ze zeker foute beslissingen heeft genomen, zie ik daar een vrouw die wellicht ten diepste had gehoopt op onvergankelijke grootsheid. Tijdens een VTS-rondleiding [een inspirerende manier van kijken naar kunst volgens de methode Visual Thinking Strategies (VTS) – red.] leer ik haar steeds beter kennen. Kinderen en jongeren zien het met hun ogen en hart. Ik ben telkens weer verrast wat ze zien en wat er in een gesprek geassocieerd wordt over haar en haar leven. Fascinerend.’
Favoriet pronkstuk van Flora van Dalen:
Jan Wolkers, Schuimende zee III, 2002, collectie Museum Henriette Polak
Flora is gastvrouw bij de Musea Zutphen. Ze heeft een van haar favorieten uit de collectie van Museum Henriette Polak uitgekozen en vertelt waarom juist dit werk haar aanspreekt.
‘Mijn favoriete kunstwerk van het museum is dit schilderij van Jan Wolkers. Het hing er tijdens de tentoonstelling Koele Wateren. Op de Christelijke MMS was het lezen van boeken van Jan Wolkers ten strengste verboden, en juist daarom voor mij heel verleidelijk. Ik vond Turks Fruit een openbaring. Ben zijn boeken gaan verzamelen en heb alle werken van hem. Zelfs eentje niet eerlijk verkregen, van de bibliotheek. Gezegd dat ik het kwijt was geraakt en het wel heb betaald. Het boek werd niet meer gedrukt. Ik heb ook twee zeefdrukken van Jan Wolkers.’
‘Zijn beeldende taalgebruik, zijn fantasie, zijn optreden, dat alles spreekt me erg aan. Ik heb verschillende keren een lezing van hem bezocht. Soms leek ik wel een dwepende teenager. Op Texel altijd even langs het Rozendijkje bij Den Burg rijden. Soms had ik geluk en zette hij zijn vuilnisbak aan de straat. Aanspreken durfde ik niet. Ik ben ook nog naar de presentatie van zijn biografie geweest in Den Burg. Biograaf Onno Blom presenteerde zijn boek aan Karina Wolkers (de weduwe van Jan Wolkers). Heel af en toe werd ik de laatste jaren op de hoogte gehouden door boekhandel Het Open Boek in Den Burg dat er weer wat werd uitgegeven. Ook twee kinderboeken, samen met zijn schoondochter geschreven, heb ik mijn kleinkinderen cadeau gedaan. Kortom: ik was, ben en blijf groot fan van Wolkers, en ben blij dat zijn werk in het bezit van ons museum is.’