Een bijzondere schatvondst in Zutphen
De gemeente Zutphen heeft afgelopen week een bijzondere muntschat aangekocht: 254 zilveren en 15 koperen munten uit de periode 1560-1659. De schat bleef tweemaal lang verborgen, eerst 320 jaar in het pand Laarstraat 83, daarna 37 jaar lang bij de vinder thuis. Vanaf zaterdag 24 september, een week na de aankoop, zijn de munten te zien in onze tentoonstelling ‘Niets gaat verloren‘.
Wethouder cultuur Sjoerd Wannet: “De waarde van deze vondst is vooral historisch. De munten geven een unieke kijk op het dagelijkse geldverkeer in een zeventiende-eeuwse vestingstad als Zutphen. Het laat de verbondenheid van Zutphen met de rest van de Republiek zien. Daarnaast is het ook een spannend verhaal!”
Losse baksteen
In 1985 vond de toenmalige eigenaar van het huis Laarstraat 83 bij verbouwingswerkzaamheden de muntschat op een bijzondere plek en onder bijzondere omstandigheden. In de achtergevel, op de vlieringzolder, verwijderde hij een losse baksteen en trof een holte in de muur aan. Voordat hij het donkere gat dichtmaakte, besloot hij het eerst schoon te zuigen. Tot er allerlei gerinkel in de stofzuigerslang klonk… Daarna trof hij de resten aan van een linnen zakje met daarin de munten, 269 stuks in totaal.
Alledaagse munten
De vondst raakte erna in de vergetelheid, tot 2022. De gemeentelijk archeologen kregen de munten ter bestudering te leen. Het bleek te gaan om een schat van vooral courante munten, geld dat in het alledaagse economische verkeer in zeventiende-eeuws Zutphen in omloop was. Geen gouden dukaten maar koperen duiten en oorden en zilveren stuivers, dubbeltjes, flabbes, schellingen en ducatons. De munten zijn, afgezien van de Brabantse ducatons, geslagen in de steden en provincies van de Republiek: Friesland, Groningen, Kampen, Zwolle, Deventer, Overijssel, Nijmegen, Gelderland, Utrecht, Holland, West-Friesland en Zeeland.
Opgeteld en wel vormen de munten een totaalwaarde van iets meer dan 42 gulden. Dat was omgerekend naar de koopkracht van nu een bedrag van € 450,-. Geen enorm vermogen dus.
Verstopt op zolder
De jongste munt is een duit van Kampen uit 1659. De munt is vrijwel ongesleten en dat bewijst dat de schat rond 1660 moet zijn verstopt. Op dat moment was Jan Bettink eigenaar en bewoner van het huis. Hij moet voor 1666 zijn overleden, mogelijk tijdens de pestepidemie van 1665. Zijn vrouw Gerritjen Jurriens wordt in dat jaar als weduwe vermeld. Jan Bettink heeft klaarblijkelijk zijn vrouw nooit verteld dat hij een zak met geld had verstopt op zolder. Ook is niet duidelijk waarom hij het geld verborg. Er was geen dreiging van oorlog en plundering rond 1660. De reden moet wellicht in de privésfeer worden gezocht.