Musea Zutphen

Je hebt in het museum de speelgoed speurtocht gedaan. Hier vind je de antwoorden en een beetje extra informatie over al het speelgoed dat je hebt gezien.

1. Een blikken speelgoed winkeltje met een weegschaal, kasregister, papierhouder en notitieblok met een pen. Kinderen speelden rond 1925  met dit winkeltje.
2. Het zijn de ruggenwervels van een geit. Vroeger speelden kinderen met allerlei materialen. Ook met de botjes van dieren. Voor het bikkelspel gebruikten ze de botjes van de rug van de geit. Met bikkels werd al in de middeleeuwen gespeeld, vanaf 500 jaar na Christus. Dat is dus 1500 jaar geleden.
3. Spelletjes zijn van alle tijden. Kaarspellen zoals kwartet bestaan al heel lang. In de vitrine zag je het Kettingspel, Strungel Peter, een aankleedpop en Casse-tête-Chinnois tangram.
4. Een knikkerspel. Dit knikkerspel heet een Kakelorum. Het is gemaakt in 1860. Het gaat als volgt: Je gooit de knikker boven in het hoofd van de houten figuur. Deze rolt naar beneden in de ronde schotel in een kuiltje met een nummer. Zo kun je punten verzamelen.
5. Het paardje is gemaakt van hout. Het speelgoedpaard staat op een plank met vier wieltjes, zodat je het met een touwtje kunt voorttrekken. Hier heeft rond het jaar 1900 een kind mee gespeeld.
6. Het spel dat hiermee wordt gespeeld heet pluimbal. Pluimbal is de voorloper van ons badmintonspel. De bal met veren is een soort shuttle. Je kunt er natuurlijk niet zo lekker hard mee slaan als met de moderne badmintonrackets.
7. In het poppenhuis zie je 6 mensen en 1 baby. Het poppenhuis was van Agnes Maria Clifford. Het komt uit 1805. Agnes Maria Clifford was geen kind maar een volwassen vrouw. In die tijd hadden alleen rijke dames zo’n poppenhuis. We noemen dit een pronkpoppenhuis. In het poppenhuis in het museum zie je deftige mensen, een kraamkamer, een dienstbodenkamertje en een waszolder.

Extra informatie: In de 17^e en 18^e eeuw was het bij rijke mensen gebruikelijk een aparte kraamkamer in te richten. Moeder en kind hier gedurende de eerste 6-8 weken na de bevalling. We zien hier een kraamvrouw in bed, kraamheer aan tafel, een min of voedster in de bakermat en een dienstbode. De vrouwen dragen wel zo’n 14 verschillende kledingstukken over elkaar.

8. Optica-prenten met dag-en nachteffect (Diorama à la Daguerre). Deze bijzondere tekeningen komen uit 1850. Op kermissen waren deze  kijkkasten toen heel populair. Kijkkasten waren de voorlopers van de bioscoop. Door het licht van voren of van achteren op de tekening te laten schijnen, kun je met dezelfde tekening een heel verschillend dag- of nacht plaatje  zien.
9. Je hebt hier zelf een leuke naam bedacht
10. De bouwstenen zijn gemaakt van steen/klei. Het zijn Ankerstenen. Deze bouwstenen zijn aan het einde van de negentiende eeuw gemaakt door de Duitse vliegtuigpionier Otto Liljenthal en zijn broer Gustav. De bouwdozen zijn gevuld met echte miniatuur bakstenen en een instructietekening. Daarmee kunnen huizen, kerken en paleizen worden nagebouwd.