Piet Esser, Kleine schaatsenrijder, 1960, brons

Piet Esser volgt als jonge talentvolle beeldhouwer in 1947 professor Jan Bronner op als hoogleraar beeldhouwkunst aan de Rijksakademie in Amsterdam. Zoals veel andere schilders en beeldhouwers uit de collectie deelde hij als docent aan de Rijksakademie zijn vakmanschap en kennis met zijn studenten. Naast het lesgeven, bouwde hij verder aan zijn oeuvre als beeldhouwer. 

In 1949 exposeerde hij samen met collega’s Mari Andriessen, Fred Carasso, Charlotte van Pallandt en gerenommeerde buitenlandse beeldhouwers als Auguste Rodin, Charles Despiau en Henri Moore op de eerste Sonsbeek-tentoonstelling in Arnhem. Na de oorlog bloeide de monumentale kunst, dankzij talloze opdrachten voor oorlogsmonumenten, wandschilderingen en andere monumentale kunst in de openbare ruimte. Ook was er volop gelegenheid voor deze kunstenaars om te exposeren. Dat riante speelveld veranderde drastisch toen in de jaren zestig en zeventig de aandacht zich verlegde naar de abstracte en experimentele kunst.