Te zien in: Stedelijk Museum Zutphen

J.F. Martinet, Katechismus der Natuur

In de loop van de achttiende eeuw leverden verenigingen, als de Groote of Oranjesociëteit en de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, een belangrijke bijdrage aan het intellectuele klimaat van de stad. Ook was er de Oeconomische Tak van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen (1778-1781), opgericht op initiatief van de onvermoeibare en sociaal voelende vernieuwer ds. Johannes Florentius Martinet, van 1775 tot 1795 predikant van de Sint Walburgiskerk. De vernieuwingsgezinde burgerij begon op het platteland met de eerste landbouwkundige experimenten, zoals de zijdeteelt op het landgoed Empe door mr. Willem van Hasselt en op De Lathmer door Robert Jasper van der Capellen.

Martinet probeerde rede en religie in praktische zin met elkaar te verzoenen. In de koepel op de Bourgonjetoren schreef hij zijn vierdelige Katechismus der Natuur (1777/9), onmiddellijk een internationale bestseller. Ook op Martinets initiatief werd in 1794 in het Isendoornklooster een diaconiespinschool geopend om een honderdtal arme kinderen een nuttig handwerk te leren en bedelarij te weren. In 1807 werden als werkverschaffingsproject een stadswolspinnerij en -breierij opgericht, waar in 1812 een tapijtfabriek van werd afgesplitst. Dit initiatief werd een voorbeeld voor het hele land.